God en het gesteente|Gerard Bodifée 9789077942277

€ 5,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,94
120depuis 26 avr.. '24, 20:29
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf
TypeSciences humaines et sociales
Année (orig.)2007
Auteurzie beschrijving

Description

||boek: God en het gesteente|Waarover religie en wetenschap spreken en zwijgen|Davidsfonds|Ten Have

||door: Gerard Bodifée

||taal: nl
||jaar: 2007
||druk: ?
||pag.: 168p
||opm.: softcover|zo goed als nieuw

||isbn: 978-90-77942-27-7
||code: 2:000307

--- Over het boek (foto 1): God en het gesteente ---

Er is geloof en er is kennis. Het scheppingsverhaal van de Bijbel en de wetenschappelijke theorie over de oerknal. Er zijn mirakels en feiten. Er is God en het gesteente.

Religie en wetenschap leven in onze cultuur op gespannen voet en dat is al sinds de oudheid zo. Maar vandaag lijkt het alsof het rationele, wetenschappelijke denken elke vorm van religiositeit heeft onderdrukt.

Gerard Bodifée nuanceert en zoekt uit of dat zo is. Zo heeft niet alleen de religie, maar ook de wetenschap het moeilijk om duidelijk te maken waarover zij spreekt. Zo sluit de objectiviteit van de wetenschap niet uit dat wetenschappers gedreven kunnen worden door de schoonheid van de natuur. Religie en wetenschap hoeven elkaar trouwens niet te bekampen, want ze hebben elk hun eigen aard. Waar de ene over spreekt, is waar de andere over zwijgt.

GERARD BODIFÉE, natuurkundige, schreef een twintigtal boeken waarin wetenschap en religie elkaar raken. In dit boeiende essay ontrafelt hij de scheefgegroeide relatie tussen religie en wetenschap en dringt door tot de kern van 'God' en 'het gesteente'. Bij Davidsfonds/Leuven verscheen van hem Weg uit de leegte. De spirituele nood van Europa (derde druk).

[bron: flaptekst]

Religie en wetenschap hebben elk hun eigen aard. Waar de ene over spreekt, is waar de andere over zwijgt. Terwijl de wetenschap spreekt over de verschijnselen die we waarnemen in de wereld, richt de religie zich tot een werkelijkheid die zij 'God' noemt. De wetenschap analyseert waarneembare feiten, de religie wijst naar de ultieme bestemming van het bestaan.

[bron: https--www.bodifee.be/-god-en-het-gesteente]

Betoog over de verhouding tussen wetenschap en godsgeloof, waarbij beide begrippen zorgvuldig worden omschreven, de onderlinge verschillen worden aangegeven en zowel wetenschap als geloof een eigen plaats krijgen toebedeeld.

[bron: https--www.dekler.nl]

[2008-12-31]

Geloof versus wetenschap: een al te vaak herkauwde dualiteit. Of weet astrofysicus en ethisch en gelovig filosoof Gerard Bodifée hierover misschien originele denkpistes te openen? In de hem eigen stijl tracht de auteur enkele fundamentele stellingen te onderbouwen. Religie en wetenschap hebben een eigen taal, een verschillend oogpunt om de werkelijkheid te benaderen, maar ze zijn ook complementair. Andere stellingen roepen heel wat meer controverse op: "Wetenschap is, welbeschouwd, een product van de religie, want zonder een geloof in het goed-zijn van de wereld, in de zin waarin Plato en Einstein dit bedoelden, ontbreekt ook het geloof in de kenbaarheid en begrijpbaarheid van de wereld, en is geen wetenschap mogelijk." Aan grote denkers geen gebrek in dit boek. Eerst wordt ingegaan op Einstein en zijn vaak bediscussieerde en allerminst rechtlijnige houding t.o.v. religie. Met de voorstelling van Comte, Feuerbach en Freud en hun fundamentele kritiek op kerk en godsdienst toont Bodifée aan hoe de betekenis van religie door de rede wordt bekritiseerd. Mystici als Meester Eckhart of Hadewijch stellen echter dat God wel kan bemind worden, maar niet gedacht. De religieuze mens spreekt een andere taal dan de rationele, en Bodifée wil dit dan ook exploreren en bevestigen met een uitvoerige bespreking van het scheppingsverhaal in Genesis. De auteur durft vragen open te laten en bijkomende vragen te stellen. Hij wil geen enkel wetenschappelijk inzicht ontkennen, maar taxeert ze op hun waarde en betekenis. Net zo goed bekritiseert hij een al te letterlijke interpretatie van Bijbelverhalen of moderne theorieën als Intelligent Design.

Misschien is dit niet Bodifées sterkste boek. Soms maakt het een onafgewerkte indruk. Vaak ga je geboeid mee in zijn gedachtegang, maar even vaak leidt deze niet tot een bevredigende conclusie of een bruikbaar denkkader. De hoofdstukken lijken te veel als losse eindjes aan elkaar geknoopt en de controverse 'religie versus wetenschap' krijgt geen bevredigende eindtoets. Toch bewijst de auteur eens te meer dat hij een eminent en uitdagend denker, wetenschapper en filosoof is, die helder en bevattelijk zijn standpunten en die van anderen verduidelijkt. Het boek dwingt je tot nadenken, en dat is geen geringe verdienste.

Dirk Magerman [bron: https--brusselsebibliotheken.bibliotheek.be]

Al weer een boek over de verhouding tussen (natuur)wetenschap en geloof, zou men denken, maar het is wel een bijzonder boek. De auteur, natuurkundige, schrijft zeer informatief op grond van een grote kennis van zaken. Hij blijkt zeer belezen en geeft hiervan op functionele wijze blijk. In het begin van het boek stelt hij veel vragen, hij informeert de lezer ook goed over de geschiedenis van bovengenoemde verhouding, hij verstaat de kunst om helder en informatief over moeilijke materie te schrijven. Zo geeft hij bijvoorbeeld uitstekende samenvattingen van het denken van Comte, Feuerbach en Freud, terwijl hij vele andere gezaghebbende auteurs in zijn betoog betrekt. Wetenschap houdt zich bezig met materie en onderzoekt causaliteit, is dus op het verleden gericht, terwijl godsdienst zich met geest bezighoudt en op de toekomst is gericht, aldus de auteur. Ook de materie is volgens hem een groot mysterie. Geloof in God is geloof in het bestaan zelf en vertrouwt erop dat dit bestaan goed is. Zonder de wetenschap opzij te schuiven - hij doet haar recht -, geeft hij toch het geloof alle ruimte. Een boek dat zeer de moeite waard is en dat lezers verdient. Met eindnoten per hoofdstuk en een register.

Wim Kleisen [bron: nbd biblion]

"God is een mysterie, maar een steen ook"

Gerard Bodifée ziet geen tegenstelling tussen wetenschap en geloof

Anders dan al de vroegere voorspellingen van sociologen, steekt religie vandaag overal terug de kop op. In allerlei vormen, waarbij naast de islam nu ook het boeddhisme in Vlaanderen voet aan de grond krijgt. Tegelijk is er een heftig offensief tegen religie gelanceerd in naam van de wetenschap. De Vlaamse publicist Gerard Bodifée staat tussen de twee. Hij is doctor in de natuurwetenschappen, gespecialiseerd in astrofysica, maar tegelijk ook een religieus bevlogen mens. Onze redacteur Jos Vranckx vraagt hem hoe hij de waarheid van wetenschap en die van het geloof met elkaar kan verzoenen.

"Er leeft in onze cultuur een grote religieuze behoefte. Veel mensen vinden de weg niet, ze dwalen maar wat rond." Aldus Bodifée. Over de vermeende tweespalt geloof-wetenschap verschijnt van hem volgende week het boek 'God en het gesteente'.

Uw uitgangspunt is dat het belangrijk is voor onze cultuur maar ook voor ons persoonlijk leven dat de welles-nietes-discussie rond geloof en wetenschap ophoudt. Waarom?

We hebben religie nodig omdat we verwijzingen nodig hebben naar wat de mens als ultiem vooruitzicht heeft en wat verder reikt dan het dagdagelijkse. Zonder dit transcendente perspectief kan een mens zich niet als humaan wezen ontwikkelen en wordt een samenleving kortademig.

Maar we hebben natuurlijk ook wetenschap nodig. Wetenschap kijkt niet naar wat goed of kwaad is, ook niet naar de bestemming van de mens, maar naar de feiten zoals ze die aantreft. Dat levert rationele, controleerbare kennis op, die van een heel andere hoedanigheid is dan het religieuze bewustzijn. Religie gaat over het goede, wetenschap over het ware.

Hoe verklaart u dan het felle offensief vanuit wetenschappelijke hoek, zoals in 'God als misverstand' van Daniel Dennett?

Daar heeft het geweld dat in naam van de islam gepleegd wordt naturlijk mee te maken. Het roept ook herinneringen op aan wat in de geschiedenis van het christendom is gebeurd. Mensen schrikken van wat er in naam van de religie gebeurt.

Een andere reden is de irrationele ontwikkeling bij sommige zich religieus noemende mensen. Zoals in het creationisme, het geloof dat de bijbel letterlijk waar is en God de wereld in zes dagen heeft geschapen. Zulke onzin plaatst de religie in haar geheel in een slecht daglicht.

Om die reden zegt bijvoorbeeld de Alzheimer-onderzoekster Christine Van Broeckhoven dat ze niet begrijpt dat een intelligent man als kardinaal Danneels gelovig kan zijn. En Etienne Vermeersch blijft herhalen dat God niet kán bestaan.

Het valt me op dat deze verstandige mensen een uiterst naïef godsbeeld hebben. Ze lijken niet te willen zien dat religie, zoals alles, evolueert. Van de God waarvan zij bewijzen dat hij niet bestaat - een soort uit de kluiten gewassen sinterklaas - weet ik ook wel dat die niet bestaat.

Wat is dan uw beeld van God?

God manifesteert zich op vele en paradoxale manieren. Van de ene kant spreken we over de Schepper van het heelal, aan de andere kant is hij degene tot wie we ons richten om hulp als we in nood verkeren. Het ene beeld belicht een aspect, het andere een ander aspect, en daar is niets mis mee. Terecht benadrukken mystici dat je God niet kunt definiëren. Tot een volkomen logisch en allesomvattend godsbeeld kunnen we niet komen.

God is iemand die de mens in zijn bestaan ontmoet, waar hij een relatie mee heeft, waar hij naar verlangt. Religie steunt niet op stellingen, maar gaat over het diepste verlangen naar wat goed, waar en schoon is. En het volkomen goede, dat noem ik God. Dus streeft de mens in wezen naar God. Wat veel niet-gelovigen verwerpen, is enkel een bepaald beeld van God.

Velen maken zich druk over het al dan niet 'echt gebeurd' zijn van de wonderverhalen in het evangelie, het kestverhaal en de Verrijzenis van Christus, die door de wetenschap als mystificaties worden weggezet.

Wetenschappelijke analyses van het evangelie raken de kern van de zaak niet. Jezus kan niet over het water gewandeld hebben want dat is in strijd met de wet van Archimedes. Hij kan niet op paasmorgen uit zijn graf zijn gestapt en de steen hebben weggerold. Velen staren zich blind op fysische of historische feiten, stellen vast dat ze onrealistisch zijn en verwerpen dan het hele verhaal. Maar dan neem je juist de betekenis weg die het verhaal tot uitdrukking wil brengen!

Waar het Nieuwe Testament over spreekt is een andere werkelijkheid dan die van de natuurwetten. Jezus komt op aarde om goed te doen, niet om de natuurwetten te tarten of om ze uit te leggen. Je moet in zo'n verhaal meegaan, ongeveer zoals een kind in een sprookje. Als je erover begint te redeneren maak je de betekenis kapot.

Wij mensen in de 21ste eeuw hebben de neiging kritiek te leveren op alles wat we niet meteen snappen. Dat is fataal als het gaat om religieuze betekenissen. Een mirakel is maar een mirakel als je erin gelooft. Als je van tevoren al zegt: het kan niet, dan is het er ook niet. Dan zijn er geen mirakels, dan bestaat de wereld alleen uit de welbekende feiten.

Mysteries zijn er niet enkel in religie, stelt u in uw boek, ook de wetenschap wordt ermee geconfronteerd.

We zijn inderdaad omringd door het mysterie in alle richtingen waarin we kijken. Het lijkt alsof de wetenschap klare dingen zegt over de werkelijkheid, maar als je er dieper op ingaat, zink je weg in een moeras. Hoe meer we lijken te weten, hoe minder we weten. Achter iets simpels als een steen gaat een werkelijkheid schuil die we niet begrijpen. Niets is wat het lijkt!

Leg dat eens uit.

(slaat op tafel)

Neem deze tafel, ze is hard, massief en sterk. Maar als je dit materiaal onderzoekt, wat krijg je dan? Het bestaat uit atomen. Maar wat is een atoom? Een atoomkern waarrond elektronen wentelen. De kern is honderdduizend keer kleiner dan het atoom en de elektronen zijn nóg kleiner. Dat betekent dat het atoom vrijwel leeg is.

Hoe kan dan die tafel zo stevig en massief zijn? Door de krachten waarmee de deeltjes elkaar vasthouden. Wat is een kracht? Wat is een deeltje? Het blijkt dat een deeltje niet eens een deeltje is, maar een trilling, een golf. Een trilling is iets wat zich in de ruimte en in de tijd afspeelt. Wat is ruimte en tijd? We komen van de ene vraag in de andere, en hoe dieper we graven, hoe mysterieuzer het wordt. Eén ding is duidelijk: die stevige tafel is niet wat ze lijkt.

Om die reden stellen sommige wetenschappers - zoals de Nederlandse moleculaire bioloog Cees Dekker - dat die wonderlijke realiteit van schepping en evolutie niet verklaarbaar is zonder een God.

De theorie van het 'intelligent ontwerp' maakt vandaag inderdaad opgang, maar ik ben er geen voorstander van. Want ze houdt in dat een religieus begrip gebruikt wordt om gaten in onze kennis op te vullen. Als ik een regenboog aan de hemel zie staan en niet weet waar die vandaan komt, zou ik kunnen zeggen: God heeft het zo op de hemel geschilderd.

Is daarmee iets verklaard? Nee. Maar als ik het verschijnsel kan uitleggen met behulp van de wetten van de optica, dan wel. En dat is de taak van de wetenschap, zoeken naar de oorzaken van fysische verschijnselen, zonder daar God bij te betrekken.

Maar van Einstein was toch bekend dat hij zo verrukt was over de schoonheid en harmonie in de kosmos, dat hij uitriep 'God dobbelt niet!'

Dat wel, Einstein biedt een goed voorbeeld van wat geloof met wetenschap kan doen. Godsdienst ligt aan de oorsprong van wetenschap omdat ze de verwondering opwekt over de wereld, en dan ga je spontaan zoeken naar hoe het allemaal in mekaar zit. De bron daarvan ligt in het bijbelse scheppingsverhaal, ... "en God zag dat het goed was". Religie spreekt over de eenheid van alles wat bestaat en de goedheid ervan, en zoeken naar eenheid doet de wetenschap ook. In die zin inspireren ze elkaar.

Maar volgens de neo-darwinisten zijn religieuze gevoelens zelf het product van natuurlijke selectie en overlevingsdrang, in ons brein geprogrammeerd.

De evolutieleer is een verworven wetenschappelijk inzicht, maar ze verklaart niet alles. Behalve mutaties en selecties is er in de evolutie ook sprake van een doelgerichtheid, althans op het niveau van de mens. Onze keuzes en verlangens sturen mee onze evolutie. Het is omdat de mens wou vliegen, dat er nu vliegtuigen bestaan.

(lacht)

Het is niet door fietsen vele keren willekeurig te muteren, dat een vliegtuig ontstond - ook al waren het fietsenmakers die de eerste vliegtuigen in elkaar knutselden. Ik denk dat ook in de biologische evolutie een doelgericht streven werkzaam is.

U verwijst in dat verband ook naar het mysterie van de bloedstolling...

Het is inderdaad verbazend hoe de natuur erin slaagt om te voorkomen dat het bloed niet stolt in je aderen maar wel - onmiddellijk - als het eruit stroomt. Het is een ongelooflijk complex systeem van op elkaar inwerkende eiwitten.

Hoe is dat zo tot stand gekomen? We zijn er nog niet uit. Anderzijds werkt het systeem niet feilloos. Soms vormen zich wel bloedstolsels in de aderen, en soms stolt het bloed niet als dat wel zou moeten... De evolutie is niet af, de schepping zit nog vol defecten.

Precies die alomtegenwoordigheid van ziekte en gebrek, van lijden en kwaad, is één van de voornaamste redenen waarom mensen niet kunnen geloven. Hoe kan een goede God al dat zinloze lijden toelaten?

De wereld is fundamenteel goed maar ze is niet 'af', de aarde is onderworpen aan blinde natuurkrachten. De geloofscrisis die we nu meemaken heeft zeker veel te maken met de grote rampen en de oorlogen van de 20ste eeuw. Na de holocaust lijkt het niet meer mogelijk te geloven in een goede God.

Maar hebben we het ons niet altijd verkeerd voorgesteld? Wat doet de christelijke God? Hij is een God die sterft aan het kruis, die mee-lijdt met de mensheid; hij is een lijdende God. In dat opzicht sluit juist het christelijke godsbeeld dicht aan bij het menselijk lot van onbegrijpelijk lijden en onrecht. Als de vraag gesteld wordt: waar was God in Auschwitz? zouden christenen moeten antwoorden: juist dáár. Hij was bij de slachtoffers! Hij was zelf een slachtoffer.

We hebben ons in het verleden te vaak laten misleiden door triomfantelijke en simplistische godsbeelden. Het geloof in God moet een geloof zijn dat meer doorleefd is, en dichter bij de mens staat.

Om echt volwaardig mens te kunnen zijn, hebben we religie nodig, zegt u. Met zo'n uitspraak jaagt u goedwillende humanisten en niet-gelovigen de gordijnen in.

Alleen maar als je het begip religie verkeerd opvat. Vele mensen denken bij religie slechts aan geboden en verboden, de Kerk en de kerkelijke moraal, en zeggen dan dat ze best een goed mens kunnen zijn zonder dat alles. Dat is natuurlijk volkomen waar. Maar als je een goed mens bent, bijvoorbeeld door je medemens te beminnen om hemzelf en niet in de verwachting er zelf ook iets aan te hebben, is dat in wezen al religieus.

Want dat is niet meer louter rationeel te verklaren. Een dergelijk humaan gedrag reikt voorbij de strikte logica en richt zich naar het goede omwille van het goede. Dat is in wezen religieus. Religie gaat niet over sociale conventies of praktische afspraken. Ook niet over wetten en verbodsbepalingen. We moeten terug naar de kern van de zaak gaan. En dat gebeurt vandaag ook. Ik merk dat ook bij paus Benedictus XVI, als ik zijn prachtige encycliek 'God is liefde' lees.

In de islam lijkt een omgekeerde beweging aan de gang...

Vergeet niet dat in de perceptie van moslims het christendom momenteel een agressieve oorlog voert in het Midden-Oosten. Zij denken dat het Westen daar te vuur en te zwaard de christelijke waarden wil installeren... Elke religie is ingebed in een cultuur, in een geschiedenis, met alle uitwassen van dien.

Dat geldt ook voor het jodendom, hindoeïsme en boeddhisme. Daarom is het belangrijk om in te zien dat de kern van elke religie onmogelijk in verband gebracht kan worden met geweld. Elke vorm van geweldpleging is een restant van een oud biologisch gedrag: het instinct om te heersen en te overmeesteren. Religie beoogt precies het omgekeerde: liefde en mededogen.

Volgens u draait alles uiteindelijk om de liefde, "de scheppingskracht die de evolutie vooruitstuwt, de sterkste kracht om grenzen op te heffen, één te maken wat verdeeld is, te begrijpen wat onbegrepen is en te vervullen wat onvervuld bleef"... Een paasboodschap?

Van al wat een mens doet is de liefde het belangrijkste. Het menselijk bestaan is begrensd. Niet alleen in de tijd, maar ook in begrip en bewustzijn. Daarom begrijpen we elkaar zo weinig, ook al zijn we fysiek nabij. Daarom zijn we allemaal eenzaam.

De liefde is de kracht die het verst gaat in het opheffen van die grenzen, zij verenigt mensen het diepst. Liefde reikt verder dan eigenbelang, reikt verder dan de dood en is daardoor de kracht die deze onvoltooide schepping voortzet. En daar gaat Pasen uiteindelijk over.

ksleurs [bron: https--www.gva.be/cnt/aid558852]

Na het Darwinjaar - Darwin, na het feest [2009-12-12]

GERARD BODIFEE

Het Darwinjaar loopt ten einde. De viering van honderdvijftig jaar The Origin of Species heeft bij ons en elders veel gedachten losgemaakt over de betekenis van Darwins theorie, die stelt dat de levende soorten op aarde, de menselijke inbegrepen, door een lang evolutieproces tot ontwikkeling gekomen zijn. Het was jammer maar onvermijdelijk dat daarbij nogal wat energie gespendeerd moest worden om beweringen tegen te spreken van 'creationisten' die er niet in slagen wetenschappelijke kennis onbevangen onder ogen te zien en teruggrijpen naar een interpretatie van het bijbelse scheppingsverhaal die al door christelijke exegeten in de middeleeuwen verworpen werd. Nog altijd lijkt het in de 21ste eeuw niet voor iedereen duidelijk dat een religieuze tekst geen wetenschappelijke theorie is, en dat aan een wetenschappelijke theorie geen religieuze betekenis gehecht kan worden.

Zijn we (behalve dan de creationisten) nu definitief overtuigd van de juistheid van de theorie van Darwin? Nee natuurlijk, aangezien geen enkele theorie ooit definitieve zekerheid oplevert. Vroeg of laat kan elke theorie moeten wijken voor een betere. In de wetenschap bepalen waarnemingsgegevens, niet vastgelegde dogma's, wat als waarheid wordt aangenomen. Zo moest zelfs de ooit zo onwankelbaar geachte zwaartekrachttheorie van Newton vervangen worden door de betere theorie van Einstein. Wat wel vaststaat, is dat de theorie van Darwin (in zijn ondertussen neodarwiniaanse versie) op dit ogenblik de bekende biologische feiten het best weergeeft en verklaart. Maar wie zal zeggen wat de toekomst ons nog leert? Verdedigers van Darwin gaan in hun enthousiasme vaak een stap te ver, zoals dit jaar herhaaldelijk gebleken is. Zo hamert de bekende Britse evolutiebioloog Richard Dawkins er telkens op dat het neodarwinisme niet zomaar een theorie is, maar een feit (a fact!). Daarmee slaat hij de bal mis, natuurlijk, en stelt hij zijn tegenstanders in het gelijk die hem in dat opzicht graag corrigeren. Het statuut van het (neo)darwinistisch verklaringsschema is dat van een theorie, niet van een feit. Zoals de theorie van de zwaartekracht een theorie is, geen feit.

Wetenschappers zouden hun zaak ook een dienst bewijzen indien ze er vlotter voor uitkwamen dat de neodarwiniaanse theorie weliswaar een bevredigende uitleg geeft van de waargenomen verschijnselen, maar geen volledige. Heel wat aspecten van de werkelijkheid vallen buiten het gezichtsveld van deze theorie, zoals bijvoorbeeld het doelgericht handelen dat bij mensen en dieren meebepalend is voor sommige gedragingen. De darwiniaanse theorie verklaart de biologische processen uitsluitend vanuit oorzaken, terwijl in de levende natuur onmiskenbaar intentionele handelingen worden verricht. Het begrip 'wil' maakt geen deel uit van het gedachtegoed van de bioloog, ook al speelt een wil alvast in het menselijke handelen ongetwijfeld een rol.

Tenslotte zou het van grote maatschappelijke en filosofische betekenis zijn (en wellicht een misverstand met creationisten opruimen) wanneer wetenschappers er nadrukkelijker op zouden wijzen dat in het licht van de kennis waarover wij nu beschikken, en ondanks bepaalde romantische ideeën, de natuur niet langer model kan staan voor het menselijke gedrag. Het darwinistische evolutieproces functioneert door middel van blinde mutaties en meedogenloze selecties. Een humane samenleving kan zich niet volgens deze principes organiseren. Ook al heeft het menselijke gedrag zijn wortels in de biologische natuur, de ethische mens dient zich te distantiëren van bepaalde natuurlijke reflexen, en op zoek te gaan naar andere inspiratie-bronnen dan Moeder Natuur voor het ontwikkelen van moraliteit en humaniteit.De wetenschap formuleert theorieën die de waargenomen feiten uitleggen, maar daarnaast ontstaat een menselijke initiatief dat deze kennis, zonder ze te ontkennen, irrelevant verklaart met betrekking tot de eigen humane realiteit.

De Standaard, Jef Boven [bron: http--jefboven.blogspot.com/2009/12/darwin-na-het-feest-de-standaard.html]

[2009-12-00]

Bodifée: Zo hamert de bekende Britse evolutiebioloog Richard Dawkins er telkens op dat het neodarwinisme niet zomaar een theorie is, maar een feit (a fact!). Daarmee slaat hij de bal mis, natuurlijk, en stelt hij zijn tegenstanders in het gelijk die hem in dat opzicht graag corrigeren. Het statuut van het (neo)darwinistisch verklaringsschema is dat van een theorie, niet van een feit. Zoals de theorie van de zwaartekracht een theorie is, geen feit.

Antwoord: De evolutie is op dezelfde manier een feit als dat de aarde min of meer bolvormig is. Dat staat wetenschappelijk even vast. Maakt het dan uit of je dat een theorie of een feit noemt?

Bodifée: De darwiniaanse theorie verklaart de biologische processen uitsluitend vanuit oorzaken, terwijl in de levende natuur onmiskenbaar intentionele handelingen worden verricht. Het begrip 'wil' maakt geen deel uit van het gedachtegoed van de bioloog, ook al speelt een wil alvast in het menselijke handelen ongetwijfeld een rol.

Antwoord: In de niet levende natuur kan je natuurlijk geen intentioneel handelen hebben want daar is een zenuwstelsel voor nodig. Maar het is wel zo dat die levende natuur uit de niet levende is ontstaan en dat levende wezens met zenuwstelsels en dus met intentioneel handelen zich door het proces van de evolutie hebben ontwikkeld. Waarom zou 'wil' geen deel uitmaken van het gedachtegoed van een bioloog als zijn studieobject de dierenwereld is waar voortdurend van alles 'gewild' wordt. Hou je hond maar eens een stuk worst voor en kijk maar eens of hij dat niet 'wil'.

Bodifée: Tenslotte zou het van grote maatschappelijke en filosofische betekenis zijn (en wellicht een misverstand met creationisten opruimen) wanneer wetenschappers er nadrukkelijker op zouden wijzen dat in het licht van de kennis waarover wij nu beschikken, en ondanks bepaalde romantische ideeën, de natuur niet langer model kan staan voor het menselijke gedrag. Het darwinistische evolutieproces functioneert door middel van blinde mutaties en meedogenloze selecties. Een humane samenleving kan zich niet volgens deze principes organiseren.

Antwoord: Toon mij de passage waar Dawkins beweert dat menselijk handelen de evolutie als leidraad moet nemen. Net hij heeft altijd voor het tegendeel gepleit. Stropoppen zijn zo makkelijk om te stoten. Maar intellectueel eerlijk discussiëren is iets anders.

Bodifée: De wetenschap formuleert theorieën die de waargenomen feiten uitleggen, maar daarnaast ontstaat een menselijke initiatief dat deze kennis, zonder ze te ontkennen, irrelevant verklaart met betrekking tot de eigen humane realiteit.

Antwoord: Waarom zou deze kennis irrelevant zijn? Ik verwacht juist zeer veel van de kennis van de evolutie om een beter begrip te krijgen van het menselijk handelen. En daarmee wil ik, voor de slechte verstaander, niet zeggen dat we evolutie als voorbeeld moeten nemen. Door ons menselijk bewustzijn zijn wij de eersten hier op aarde die enigszins uit die tredmolen van de evolutie kunnen ontsnappen.

Rik15 [bron: http--jefboven.blogspot.com/2009/12/darwin-na-het-feest-de-standaard.html]

[2009-12-00]

In zijn 'God en het Gesteente' probeert G.Bodifée de tweespalt wetenschap vs god een plaats te geven in zijn intellect. Elk zijn waarheid is geen houdbare stelling, want ze claimen allebei dezelfde waarheid zowel op ethisch als op metafysisch niveau. Dat God en de religieuze beleving een ethische corrigerende factor zou zijn in contrast met de brutale natuurlijke selectie die de motor is van de evolutie, is door Dawkins meesterlijk weerlegd.

Skippy15 [bron: http--jefboven.blogspot.com/2009/12/darwin-na-het-feest-de-standaard.html]

--- Over (foto 2): Gerard Bodifée ---

Gerard Bodifée (Mortsel, 7 februari 1946) is een Vlaamse christelijke astrofysicus, filosoof, essayist en columnist.

Na studies in de scheikunde aan de universiteiten van Antwerpen en Gent legde hij zich toe op de sterrenkunde, in het bijzonder het probleem van de stervorming en het ontstaan van het zonnestelsel. Van 1973 tot 1975 werkte Gerard Bodifée als chemicus bij transformatorenfabriek Pauwels Transfo in Mechelen. Daarna werd hij leerkracht aan het Sint-Ritacollege in Kontich. Van 1983 tot 1985 voerde hij onderzoekingen uit aan de universiteit van Brussel op het gebied van de galactische evolutie. Hij promoveerde tot doctor in de Wetenschappen met het proefschrift Oscillerende stervorming en dissipatieve structuren in Galaxieën bij Prof. C. de Loore. Het wetenschappelijk onderzoek hiervoor werd uitgevoerd in samenwerking met Ilya Prigogine.

Van 1985 tot 1987 was hij waarnemend directeur van het Nationaal Planetarium, verbonden aan de Koninklijke Sterrenwacht van België te Brussel. Tevens presenteerde hij het sterrenkundig magazine Poolshoogte op de televisie.

Naast zijn wetenschappelijk werk is hij ook schrijver en columnist voor onder andere De Standaard en de VRT. Hij hanteert een licht ironische stijl, vaak christelijk-filosofisch bespiegelend, maar altijd onderbouwd en kritisch, niet het minst op zijn eigen wetenschapsgebied.

In 1999 richtte hij het Huis voor Filosofie op, in het kader waarvan hij cursussen geeft in binnen- en buitenland.

In 2007 werkte hij mee aan de docufilm "Sterrenkunde in Vlaanderen" van Peter Stinissen, dat in 2009 uitkwam en in de vierennegentigste uitgave van De Druivelaar belichtte hij elke maand de wonderlijke sterrenhemel.

Gerard Bodifée noemt zich een christelijk filosoof. Hij vindt de vraag naar het werkelijke bestaan van God ondergeschikt aan de positieve effecten die hij toeschrijft aan een religieus besef: moraliteit, altruïsme, zingeving en liefde zijn volgens hem niet los te maken van een christelijke oorsprong.

Bodifée heeft zich uitgesproken tegen abortus en euthanasie en een verregaande liberalisering van de wet. Het loslaten van het respect voor het leven ondermijnt volgens hem de humane waarden van onze cultuur. Hij kantte zich tegen adoptie door homoseksuele koppels, een uitspraak waarvoor de Holebifederatie hem in december 2006 de Homofobieprijs toekende.

Gerard Bodifée is getrouwd met Lucette Verboven, interviewster van het programma Braambos van de Katholieke Televisie- en Radio-Omroep vzw en auteur van verschillende boeken op religieus gebied.

Bibliografie

Gerard Bodifée publiceerde tot 2012 een twintigtal boeken, voornamelijk over onderwerpen op het domein waar wetenschap, filosofie en religie elkaar raken.

  • Algemene Sterrenkunde (1977, samen met T. Dethier en E. Wojciulewitsch)
  • Het Ontstaan van het Zonnestelsel (januari 1978, Volkssterrenwacht Urania v.z.w.)
  • Planeetatmosferen (3de druk april 1978, Volkssterrenwacht Urania v.z.w.)
  • Natuurwetenschappelijk Zakboekje 1983-1984 (1983)
  • Het Vreemde van de Aarde, over strakke natuurwetten en onberekenbaar leven, Uitgeverij Pelckmans, 181 pp. (1986)
  • Halley 1986, De huidige stand van het kometenonderzoek (samen met Marc Gyssens, Volkssterrenwacht Urania v.z.w.)
  • Ruimte voor Vrijheid, over de onvoltooide natuur en het menselijke initiatief, Uitgeverij Pelckmans, 236 pp. (1988)
  • Reflecties, over de wetenschap, het leven, en wat die van elkaar vermoeden, Uitgeverij Pelckmans, 159 pp. (1989)
  • Momenten onder de Melkweg (1990)
  • Het Zichtbare en het Denkbare (1990)
  • Aandacht en Aanwezigheid, over creativiteit in een onvoltooide wereld, Uitgeverij Pelckmans 124 pp. (1991)
  • Resonanties (1991)
  • Op de Rand van een Vulkaan, Uitgeverij Pelckmans, 155 pp. (1992, Frans Verleyen in gesprekken met G. Bodifée)
  • In Beginsel, elementen van een christelijke geloof, Uitgeverij Pelckmans, 78 pp. (1993)
  • Klassieken van de Wetenschap, van Plato tot Prigogine, Uitgeverij Scoop, 207 pp. (1994)
  • Dialoog over de Verbeterde Staat van de Wereld (1995)
  • Met het Oog op Mars, Uitgeverij Scoop, 320 pp. (1997)
  • Natuurlijke Ongehoorzaamheid, apologie van een ordeverstoring, Uitgeverij Pelckmans, 140 pp. (1997)
  • Eclips (1999)
  • Weg van Duizend Jaar (2000)
  • Tot mijn Verwondering (2001)
  • Tot Bestaan Bestemd (2003)
  • Weg uit de Leegte, de spirituele nood van Europa, Davidsfonds uitgeverij, 84 pp. (2005)
  • God en het gesteente, waarover religie en wetenschap spreken en zwijgen, Uitgeverij Davidsfonds, 168 pp. (2007)
  • Diotima, Uitgeverij Pelckmans, 142 pp. (2008)
  • CMG. A Catalogue of One Thousand Named Galaxies (2010) of CNG. Catalogue of Named Galaxies, in deze laatste versie op het internet te vinden.
  • Nocturnes, nachtelijke gedachten over de mens, de kosmos en God, Davidsfonds uitgeverij, 143 pp. (2010)
  • Nu is de tijd, over tijdelijkheid en eeuwigheid, Davidsfonds uitgeverij, 248 pp. (2012)
  • De vrije wil, Sterck & De Vreese uitgeverij, 255 pp., ISBN 978 90 5615 536 0, (2019)

[bron: wikipedia]

Ik ben Gerard Bodifee, geboren op 7 februari 1946 in de auto van mijn vader op weg naar de kliniek in Mortsel. Het gezin waarin ik opgroeide bood alle geluk en geborgenheid die een kind nodig heeft. Vanaf mijn tiende of elfde was ik gefascineerd door de sterren, en voelde ik een intense religieuze bewogenheid. Die zijn allebei gebleven, mijn hele leven.

Later studeerde ik scheikunde en natuurkunde aan de universiteiten van Antwerpen, Gent en Brussel. In 1985 promoveerde ik tot doctor in de wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel op een proefschrift over dissipatieve structuren in galaxieën. Ik verrichtte onderzoek op het gebied van het ontstaan van sterren en de evolutie van sterrenstelsels.

Ik heb gewerkt in de industrie, in het onderwijs, in wetenschappelijke instellingen en in de media. Op dit ogenblik ben ik zelfstandig auteur. Mijn belangstelling ging steeds vooral uit naar de fundamentele problemen van de theoretische natuurkunde en naar de filosofische vragen die deze oproepen. Ik heb een grote bewondering voor het verschijnsel mens, volgens elke maatstaf de meest fascinerende levensvorm op aarde en wellicht tot ver daarbuiten. In de mens ontwaken de bewustzijnsvormen van rationaliteit en religiositeit, waardoor hij de richting bepaalt van de evolutie van het leven op onze planeet.

In 1999 richtte ik het Huis voor Filosofie op, samen met Lucette Verboven. In het kader van dit Huis voor Filosofie geef ik cursussen, lezingen en studiedagen in binnen- en buitenland.

Ik publiceerde een twintigtal boeken over onderwerpen op het domein waar wetenschap, filosofie en religie elkaar raken.

Ik ben gehuwd (sinds 1999) met Lucette Verboven, de grootste schat van mijn leven.

Waarom ik platonist ben

Plato beschrijft de wereld als een onvolkomen verschijningsvorm van een volkomen werkelijkheid. De wereld is eerder een 'worden' dan een 'zijn'. In zoverre zij tot 'zijn' kwam, dat wil zeggen in zoverre zij bestaat, is de wereld goed, maar haar onvolkomenheden en vergankelijkheid verraden haar onvoltooide staat. De menselijke geest dient zich op de onvergankelijke, volmaakte wereld van het 'zijn' te richten. Bij deze visie sluit ik me aan. Plato's filosofie geeft een verantwoording (eerder dan een verklaring) voor het bestaan, en zij biedt het een perspectief dat voorbij de begrenzingen van het eigen persoonlijke leven reikt.

Waarom ik een democraat ben

De menselijke persoon is, in beginsel, soeverein. Hij is in staat te beslissen, initiatieven te nemen en de verantwoordelijkheid voor de eigen handelingen te dragen, althans tot op zekere hoogte. Dat is zijn natuur en zijn waardigheid. Wetten leggen beperkingen op aan deze intrinsiek juiste werkelijkheid, maar wetten zijn noodzakelijk om het samenleven van meerdere personen te ordenen. In een democratie wordt geen illegaliteit geduld, maar verder wel elke vorm van vrijheid en verschil van mening. Op die manier kan elke burger essentieel zichzelf blijven. Zo beantwoordt de democratie het best aan de wezenlijke natuur van de mens. Ik ben me er wel van bewust dat een democratie slechts mogelijk is in een samenleving waarvan de burger goed geïnformeerd en opgeleid is. Aan de media en het onderwijs worden daarom hoge eisen gesteld. Ik deel de opvatting van de velen die vinden dat er in dat verband binnen het Europa van vandaag redenen zijn om zich zorgen te maken.

Waarom ik conservatief ben

Alles hangt af van de betekenis van de woorden. Als 'conservatief' behoudsgezindheid betekent, meer bepaald voor wat betreft culturele en morele waarden, beschouw ik mezelf als zodanig. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is de West-Europese samenleving in een stroom van progressiviteit terechtgekomen waardoor waardevolle tradities en diepgewortelde levensopvattingen in de verdrukking kwamen en vaak zelfs niet meer getolereerd worden. Op dit ogenblik is daarom nood aan een zekere behoudsgezindheid. De tijd voor een conservatieve reflex lijkt me aangebroken. Later kunnen we dan wellicht weer wat meer progressief zijn.

Waarom ik een pacifist ben

Oorlog is een grootschalig, georganiseerd geweld. Het uitvechten van conflicten op deze manier verwoest niet alleen mensenlevens, maar de menselijkheid zelf. Het mens-zijn is gebaseerd op het vermogen de dierlijke natuur te overstijgen door een gedrag aan te nemen dat zich eerder laat leiden door ethische idealen dan door de biologische instincten. In de dierlijke natuur (waarin de menselijke natuur haar oorsprong heeft) zetten natuurlijke instincten aan tot agressie en verovering van macht en bezit. In een humaan leven worden deze oude krachten vervangen door een streven naar wederzijdse redelijkheid en de bekommernis om het welzijn van iedereen. Waar dat doel gerealizeerd wordt, ontwikkelt zich een leven gebaseerd op mededogen, solidariteit en mildheid. Oorlog is een gruwel uit een bestiaal verleden.

Waarom ik optimistisch ben

Wat bestaat, is goed. Het kwaad is de ervaring van wat ontbreekt aan het bestaan. Dat is mijn filosofische (in wezen religieuze) overtuiging en die bepaalt mijn visie op de werkelijkheid. Het goede verricht noodzakelijk het goede (zoniet zou het niet goed zijn) en het behoort dus tot de natuurlijke dynamiek van het goede om zich te vermeerderen. Dat betekent dat het 'zijn' zich van nature uitbreidt. De wereld groeit en ontwikkelt zich. Het kwade is per definitie datgene wat ongewenst is, en daardoor roept het vanuit zijn eigen aard de tegenkrachten op die het trachten weg te nemen. Een stelselmatige vermindering van het kwaad en vermeerdering van het goede bepalen zo onvermijdelijk de ontwikkeling van de wereld. Het goede vermeerdert zich uit zichzelf, het kwade bewerkt zijn eigen vermindering.

Waarom ik een christen ben

Geboren uit christelijke ouders en opgegroeid in een christelijke cultuur voel ik mij erfgenaam van een groot goed. Ik neem de erfenis in dankbaarheid aan. Het christendom vertegenwoordigt niet alleen een schat aan kunst, filosofie en literatuur, het brengt vooral ook de religieuze gedachte tot uitdrukking van de nauwe band die bestaat tussen God en mens. De mens is beeld van God, en God is mens geworden. Dat is de kern van het christelijk geloof. God is het totale 'zijn'. De christen leeft in een vertrouwen op God, hetgeen betekent dat hij zijn vertrouwen aan het bestaan zelf schenkt. Het beeld dat de christen zich van God vormt is dat van een persoon, een allesomvattend, eeuwig 'ik'. Deze persoon toont zich in de gedaante van Christus, de volkomen goede mens. Naar deze goedheid verlangt de christen.

Waarom ik muziekliefhebber ben

Muziek spreekt aan op drie manieren: esthetisch, gevoelsmatig en intellectueel. Muziek is mooi (of niet mooi) en is daardoor een bron van intens (maar niet verzekerd) esthetisch genot. De gevoelsmatige impact die muziek kan hebben is, wat mij betreft, sterker dan die van elke andere kunstvorm. Muziek beroert de diepste lagen van het gemoed, alsof zij iets herkenbaar maakt van wat mensen ten diepst met elkaar verbindt. Het intellectueel plezier dat muziek verschaft, bestaat sinds Pythagoras ontdekte dat muziek pure mathematica is. Vreemd hoe getallen zo levend worden als ze via het gehoor binnendringen. Muziek ontroert me en verbaast me.

Waarom ik astrofysicus ben

Wetenschap is een vorm van zorgvuldig kijken naar de wereld waarin we ons bevinden. Met de zintuigen observeren we de verschijnselen, met het verstand interpreteren we wat we zien. Het resultaat is een fascinerend beeld van de werkelijkheid, waarin waarheid en schoonheid samengaan. De astrofysica bestudeert de sterren en sterrenstelsels en slaagt erin om deze te beschrijven en (tot op zekere hoogte) te verklaren op basis van enkele fundamentele wetten waaraan de hele natuur gehoorzaamt. Niets bevredigt de menselijke geest zo intens, als het besef dat hij in staat is te begrijpen wat hij waarneemt.

[bron: https--www.bodifee.be/wie-ben-ik]
Numéro de l'annonce: m2108517628