Godel, Escher, Bach|Douglas R Hofstadter 9025466532

€ 30,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,94
190depuis 28 avr.. '24, 18:08
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf
TypeRécit ou Roman
Année (orig.)1985
Auteurzie beschrijving

Description

||boek: Godel, Escher, Bach|een eeuwige gouden band|Contact

||door: Douglas R Hofstadter

||taal: nl
||jaar: 1985
||druk: 2e druk
||pag.: 899p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw

||isbn: 90-254-6653-2
||code: 1:000223

--- Over het boek (foto 1): Godel, Escher, Bach ---

In zijn klassieke werk Gödel, Escher, Bach geeft Douglas Hofstadter een briljante interpretatie van drie genieën: de graficus Escher, de wiskundige Gödel en de componist Bach. Aan de oppervlakte worden de gemeenschappelijke elementen in hun werken en levens besproken. Op een dieper niveau is het boek een weergave van de concepten die ten grondslag liggen aan wiskunde, symmetrie en intelligentie. Is het mogelijk dat levenloze systemen, zoals computers, leven en intelligentie voortbrengen?

Met Gödel, Escher, Bach beïnvloedde Hofstadter generaties filosofen, computergekken, wiskundigen en taalkundigen.

Hofstadter geeft een briljante en zeer oorspronkelijk interpretatie van de drie genieën, de wiskundige Gödel, de graficus Escher en de componist J.S. Bach. Het boek werd een 'bijbel' voor computercracks genoemd en een erudiet en leerzaam boek voor niet-specialisten. Hofstadter ontving voor Gödel, Escher, Bach de Pulitzerprijs.

[bron: https--www.bol.com]

Er is steeds een praktisch hoofdstuk met Achilles en een schildpad in de hoofdrol die een nieuw idee naar voren brengen en (vaak idioot) uitwerken. Daarna volgt een theoretisch hoofdstuk waarin veel wordt uitgelegd, vooral met eindeloze lussen in de muziek van Bach, de tekeningen van Escher en de wiskunde van Gödel.

Groots, Breed, Enorm (900 pagina's). Interessant, vol ideeën over van alles en nog wat: muziek, beeldkunst, wiskunde, DNA, kunstmatige intelligentie, enzovoorts. Bijkans onbegrijpelijke onderwerpen worden begrijpelijk uitgelegd.

Mijn hoed heel diep af voor de Nederlandse vertaling, dat is een tour de force. Ik was het boek al te vaak tegengekomen in andere boeken en dat was zeer terecht. Mijn geest voelde ik bijna uitzetten, groeien.

Gigantisch, Eindeloos, Baanbrekend.

[bron: https--www.goodreads.com]

Hofstadter geeft een briljante en zeer oorspronkelijke interpretatie van de drie genieën: de wiskundige Gödel, de graficus Escher en de componist Bach. Met dit populairwetenschappelijke werk beïnvloedde hij een generatie filosofen, computergekken, wiskundigen en taalkundigen. Aan de oppervlakte worden de gemeenschappelijke elementen in de werken en levens van Gödel, Escher en Bach besproken. Op een dieper niveau is het boek een weergave van de concepten die ten grondslag liggen aan wiskunde, symmetrie en intelligentie. Dit is geen boek over muziek en kunst, maar over hoe waarneming en denkwijzen hun oorsprong hebben in diep verstopte neurologische mechanismen. Hofstadter ontving in 1980 de Pulitzerprijs voor deze internationale bestseller en nog steeds, ruim dertig jaar later, is er geen beter boek geschreven voor wie iets wil begrijpen van de manier waarop niet alleen kunstmatige maar ook menselijke intelligentie werkt.

[bron: https--www.nl.fnac.be]

Gödel, Escher, Bach: an Eternal Golden Braid is een boek van de Amerikaanse natuurkundige en cognitiewetenschapper Douglas Hofstadter uit 1979. In Gödel, Escher, Bach onderzoekt Hofstadter de mogelijkheid van kunstmatige intelligentie. Het ambitieuze populairwetenschappelijke boek gold van meet af aan als een klassieker en werd in 1980 bekroond met de Pulitzer-prijs.

De drie titelfiguren zijn:

  • Kurt Gödel (1906-1978), Oostenrijks/Amerikaans mathematicus en logicus
  • Maurits Cornelis Escher (1898-1972), Nederlands graficus en kunstenaar
  • Johann Sebastian Bach (1685-1750), Duits musicus en componist.

Op het omslag van het lijvige boekwerk kondigt Hofstadter Gödel, Escher, Bach aan als "een metaforische fuga op mensen en machines in de geest van Lewis Carroll". De thema's muziek, wiskunde, leven en intelligentie zijn in Gödel, Escher, Bach inderdaad verweven op een manier die doet denken aan de fuga's van Bach of aan de prenten van M.C. Escher: thema's en patronen worden herhaald, keren op een vervormde wijze terug of gaan onverwachte verbanden aan. De titel van het boek wordt verder verklaard doordat het voor een groot deel is gewijd aan de wiskundige onvolledigheidsstelling van Kurt Gödel. Dit deel wordt door sommigen gezien als moeilijk te volgen voor niet-wiskundigen.

Variërend op What the tortoise said to Achilles, een verhaal van Lewis Carroll in de vorm van een dialoog dat op speelse wijze de fundamentele problematiek van de logica aan de kaak stelt, wordt elk hoofdstuk van Gödel, Escher, Bach voorafgegaan door een dialoog tussen de twee hoofdrolspelers uit de beroemde paradox van Zeno over Achilles en de schildpad. De dialogen zijn alle opgebouwd volgens de structuur van een bepaald stuk van Bach en dienen volgens Hofstadter als contrapunt voor de hoofdstukken.

Met dit vlechtwerk van thema's probeert Hofstadter de grondgedachte van Gödel, Escher, Bach te verduidelijken: hoe een levenloos, algoritmisch proces iets als leven en geest kan voortbrengen. Hij is hiermee een geestverwant van filosofen als Daniel Dennett die in hun publicaties soortgelijke thema's op een toegankelijke manier proberen te behandelen.

Gödel, Escher, Bach: een eeuwige gouden band is de titel van de Nederlandse vertaling uit 1985 door Ronald Jonkers.

[bron: wikipedia]

Dit is al weer de elfde (ongewijzigde) druk van de vertaling van een van de meest briljante boeken van de afgelopen decennia. Uitgangspunt is de stelling van Gödel, die inhoudt dat een wiskundig systeem nooit volledig geformaliseerd kan worden: hoe je ook begint, er blijven altijd stellingen over die wel waar naar niet bewijsbaar zijn. Dit heeft ingrijpende implicaties niet alleen voor het onderzoek van formele talen, maar ook voor bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, en voor het mind-body probleem. Kern van de problematiek zit in de zelfverwijzing, die Hofstadter magistraal verbindt met fuga's van Bach en prenten van Escher. Absoluut didactisch hoogtepunt zijn de uitermate geestige dialogen tussen Achilles, de Schildpad en de Kreeft, waarmee de schrijver deze abstracte materie aanschouwelijk maakt.

[bron: https--jette.bibliotheek.be]

Omdat het weinig in heeft om een andere uitgave te administreren van een inmiddels nog weinig gelezen boek, doe ik net alsof ik de Nederlandse vertaling becommentarieer. Maar in feite las ik het Engelse origineel. Dat stond al bijna 40 jaar bij mij in de kast. Destijds was ik tot even over de helft gekomen, ik weet niet meer waarom ik stopte. Maar ik had me voorgenomen nog een keer opnieuw te beginnen en het helemaal uit te lezen.

Dat is nu gelukt. Maar het duurde wel bijna twee maanden. Niet alleen had ik wat minder tijd om te lezen, het bevat ook hoofdstukken die je echt moet overlezen of overdenken voordat je verder gaat. Het is dan ook geen romannetje, maar een diep filosofisch, wiskundig en aan informatica gerelateerd boek. Hofstadter weet de ideeën uit het boek daarbij mooi te vervlechten met de muziek (vooral de fuga's en canons) van JS Bach en de kunst van Escher. Maar ook andere kunstenaars komen voorbij, zoals Lewis Caroll en Rene Magritte.

Structuur van het boek is opvallend. Elk hoofdstuk begint met een dialoog a la Socrates. Die dialogen hebben de bedoeling met enige humor (verwacht daar vooral niet te veel van) en lichtvoetigheid alvast een voorschot te nemen op de onderwerpen van het erop volgende inhoudelijke deel van het hoofdstuk. Belangrijkste spelers in de dialogen zijn Achilles en de Schildpad (Tortoise), later aangevuld met wat andere figuren. Ook dat zijn dieren en bekende namen uit de geschiedenis (van de wiskunde, voornamelijk) waaronder Hofstadter zelf. In de dialogen heeft Hofstadter verder zijn best gedaan om een aantal fuga-structuren van Bach terug te laten komen. Erg kunstig.

Belangrijkste onderwerp van het boek is zonder twijfel de stelling van Gödel. Een fascinerende stelling die heel kort door de bocht zegt dat er altijd wiskundige stellingen zijn te formuleren waarvan je kunt bewijzen dat ze niet bewijsbaar zijn. De wiskunde is dus onvolledig en hoe meer je dat probeert te repareren, hoe onvollediger hij wordt. Hofstadter neemt je aan de hand op weg naar het bewijs en volgt daarbij een relatief eenvoudig toegankelijk pad. De toepassing van recursie en zelfverwijzing daarbij geeft een fascinerend resultaat.

Tot zover was ik 40 jaar geleden ook gekomen. Dat was ook op het punt waarin Achilles en de Schildpad filosofeerden over de mogelijkheid om een boek te schrijven met het werkelijke eind ver voor de laatste bladzijde. Want de dikte van een boek geeft de lezer ook een aanwijzing over het tijdstip van de ontknoping in het verhaal. Door dus het einde voortijdig te maken, zet je hem op het verkeerde been.

Na zo'n hoogtepunt valt verder lezen inderdaad wat tegen. Want de rest van het boek gaat vooral over kunstmatige intelligentie (AI op zijn Engels). En is minder fascinerend. Vooral ook omdat het de denkbeelden over AI beschrijft van 40 jaar geleden. Inmiddels is de AI behoorlijk voortgeschreden, weet ik, Zelf ben ik dan weliswaar helemaal geen expert op dat gebied, maar wel werkzaam in de informatica. Dus ik vang wel eens wat op. Het laatste deel, ongeveer een derde van het boek, is daarom een stuk minder interessant en vergt ook wat meer wilskracht om uit te lezen. Ik vind dat Hofstadter zich hierin ook te veel verliest in speculatie.

Toch blijft Hofstadter een boeiend schrijver. En de stelling van Gödel en de implicaties ervan moet je een keer tot je genomen hebben, vooral als je maar enigszins geïnteresseerd bent in wiskunde. Ook de manier waarop Hofstadter patronen in de kunst (muziek, literatuur, beeldende kunst) laat vervloeien met patronen in wiskunde, celdeling (DNA), intelligentie en zelfbewustzijn maken dit boek een klassieker die je eigenlijk wel een keer gelezen moet hebben.

Bob Hasenaar [bron: https--www.hebban.nl]

--- Over (foto 2): Douglas R Hofstadter ---

Douglas Richard Hofstadter (New York, 15 februari 1945) is een hoogleraar in cognitieve wetenschappen aan Indiana University in Bloomington, (Verenigde Staten) en doceert daar aan meerdere faculteiten (Vergelijkende literatuur, Computerwetenschappen, Psychologie en Filosofie). Hij heeft een aantal publicaties op zijn naam, waarvan er enkele zeer bekend zijn geworden.

Hofstadters bekendste publicatie is Gödel, Escher, Bach: an Eternal Golden Braid (1979), dat in zeer vele talen vertaald werd en waarvan wereldwijd honderdduizenden exemplaren verkocht werden. Een boek van ruim 800 pagina's, waarvan hij zelf ooit heeft gezegd dat 1/10 van de mensen die het boek gekocht hebben eraan zijn begonnen; 1/10 van hen die eraan zijn begonnen hebben het uitgelezen; en 1/10 van hen die het hebben uitgelezen, hebben het begrepen. In het boek wordt op een ludieke maar daarom niet zomaar begrijpelijke manier uitgelegd wat de implicaties zijn van de onvolledigheidsstellingen van Gödel voor de wiskunde, het dagelijks leven en de kunstmatige intelligentie. Daarbij laat hij zich inspireren door de merkwaardige aspecten (regelmaat, formalismen die bij herhaling meer opleveren dan wat er schijnbaar staat) in de tekeningen van Escher - onder wordt boven, binnen wordt buiten - en in de muziek van Bach - die soms van wiskundige, soms van taalkundige schema's uitgaat bij het componeren. Voor veel lezers zal deze duiding van de inhoud overigens als een verrassing komen, het is een zeer rijk boek waarin vele ideeën aan de orde komen.

Voor dit boek kreeg Hofstadter in 1980 de Pulitzer-prijs.

In 1981 publiceerden hij en Daniel Dennett een reader, "The Mind's I", met bijdragen van henzelf maar ook van o.a. Richard Dawkins en verhalen van Jorge Luis Borges over het brein en het zelfbewustzijn.

Over die thema's schreef hij jarenlang een column "Metamagical themas" voor het maandblad Scientific American. De bundeling daarvan verscheen in 1985 onder dezelfde titel.

Tussen de publicatie van "Ambigrammi" (1987) en "Fluid Concepts and Creative Analogies" (1995) overleed zijn vrouw aan wat hij zelf een ziekte met een 'disgusting name' noemt: glioblastoma multiforme, een vorm van hersentumor.

In 1997 verscheen van zijn hand "Le Ton beau de Marot", met als ondertitel "In Praise of the Music of Language", geschreven onder de werktitel "Rhapsody on a Theme by Clément Marot". Een onvertaalbaar werk, daar het opgebouwd is rond tientallen vertalingen van één enkel (Frans) gedicht van Clément Marot (1496-1544), hoofdzakelijk naar het Engels.

In 2013 verscheen een werk waarin hij dieper ingaat op de kern van het menselijk denken: "Analogie de kern van ons denken" (Atlas Contact).

Douglas Hofstadter is een zoon van de Nobelprijswinnaar (natuurkunde) (1961) Robert Hofstadter.

Bibliografie

  • Gödel, Escher, Bach: an Eternal Golden Braid (ned. vert.: Gödel, Escher, Bach: een eeuwige gouden band (ISBN 90-254-6653-2))
  • The Mind's I geschreven samen met Daniel C. Dennett, (ned. vert.: De spiegel van de ziel, subtitel Fantasieën en reflecties over ik en geest. (ISBN 90-254-5704-5)
  • I Am a Strange Loop, ISBN 04-650-30785 (ned. vert.: Ik ben een vreemde lus, ISBN 90-254-2549-6)
  • Surfaces and Essences: Analogy as the Fuel and Fire of Thinking, co-authored with Emmanuel Sander (ISBN 0465018475) (first published in French as L'Analogie. Coeur de la pensée; published in English in the US in April 2013)

[bron: wikipedia]

De wet van Hofstadter is een zelfrefererende wet, geformuleerd door Douglas Hofstadter in zijn boek Gödel, Escher, Bach: an Eternal Golden Braid.

De wet luidt dat "alles langer duurt dan je denkt, zelfs als je rekening houdt met de Wet van Hofstadter".

Hofstadter gebruikte deze zelfverzonnen stelling als voorbeeld bij het begrip zelfreferentie, iets dat veel voorkomt in de regels van de formele systemen.

[bron: wikipedia]

Douglas Richard Hofstadter is an American scholar of cognitive science, physics, and comparative literature whose research focuses on consciousness, thinking and creativity. He is best known for his book Gödel, Escher, Bach: an Eternal Golden Braid, first published in 1979, for which he was awarded the 1980 Pulitzer Prize for general non-fiction.

Hofstadter is the son of Nobel Prize-winning physicist Robert Hofstadter. Douglas grew up on the campus of Stanford University, where his father was a professor. Douglas attended the International School of Geneva for a year. He graduated with Distinction in Mathematics from Stanford in 1965. He spent a few years in Sweden in the mid 1960s. He continued his education and received his Ph.D. in Physics from the University of Oregon in 1975.

Hofstadter is College of Arts and Sciences Distinguished Professor of Cognitive Science at Indiana University in Bloomington, where he directs the Center for Research on Concepts and Cognition which consists of himself and his graduate students, forming the "Fluid Analogies Research Group" (FARG). He was initially appointed to the Indiana University's Computer Science Department faculty in 1977, and at that time he launched his research program in computer modeling of mental processes (which at that time he called "artificial intelligence research", a label that he has since dropped in favor of "cognitive science research"). In 1984, he moved to the University of Michigan in Ann Arbor, where he was hired as a professor of psychology and was also appointed to the Walgreen Chair for the Study of Human Understanding. In 1988 he returned to Bloomington as "College of Arts and Sciences Professor" in both Cognitive Science and Computer Science, and also was appointed Adjunct Professor of History and Philosophy of Science, Philosophy, Comparative Literature, and Psychology, but he states that his involvement with most of these departments is nominal.

In April, 2009, Hofstadter was elected a Fellow of the American Academy of Arts and Sciences and a Member of the American Philosophical Society.
Hofstadter's many interests include music, visual art, the mind, creativity, consciousness, self-reference, translation and mathematics. He has numerous recursive sequences and geometric constructions named after him.

At the University of Michigan and Indiana University, he co-authored, with Melanie Mitchell, a computational model of "high-level perception" - Copycat - and several other models of analogy-making and cognition. The Copycat project was subsequently extended under the name "Metacat" by Hofstadter's doctoral student James Marshall. The Letter Spirit project, implemented by Gary McGraw and John Rehling, aims to model the act of artistic creativity by designing stylistically uniform "gridfonts" (typefaces limited to a grid). Other more recent models are Phaeaco (implemented by Harry Foundalis) and SeqSee (Abhijit Mahabal), which model high-level perception and analogy-making in the microdomains of Bongard problems and number sequences, respectively.

Hofstadter collects and studies cognitive errors (largely, but not solely, speech errors), "bon mots" (spontaneous humorous quips), and analogies of all sorts, and his long-time observation of these diverse products of cognition, and his theories about the mechanisms that underlie them, have exerted a powerful influence on the architectures of the computational models developed by himself and FARG members.

All FARG computational models share certain key principles, among which are: that human thinking is carried out by thousands of independent small actions in parallel, biased by the concepts that are currently activated; that activation spreads from activated concepts to less activated "neighbor concepts"; that there is a "mental temperature" that regulates the degree of randomness in the parallel activity; that promising avenues tend to be explored more rapidly than unpromising ones.

[source: https--www.goodreads.com]
Numéro de l'annonce: m2109181927