Suzanne Visser - De verdwijning

Raoul voelde hoe zich op zijn bovenlip zweetdruppeltjes vormden. Zijn handen werden klam van angst. Tjeerd was in de eerste week via de Muur naar boven geklommen. Hij, Raoul, had nooit gedacht dat iemand zomaar zonder oefenen helemaal boven zou kunnen komen. Zeker zo'n klein joch niet. Maar Tjeerd klom als een aap. En hij was boven geweest, op een van de boten. Dat had nooit mogen gebeuren. Zou hij echt een e-mail naar buiten hebben gestuurd?Dat zou een ramp zijn! Als Catarogge dat te weten kwam.Er gebeuren allerlei vreemde dingen in de kleine stad Gerp. Verkeersborden worden omgedraaid, er staan opgezette herten op straat, en op een dag zijn er opeens twee kinderen verdwenen.Hun vrienden gaan op onderzoek uit, eerst op het Internet en daarna met de trein. Want ze zijn op het spoor gekomen van een merkwaardig genootschap in Gent.Daar ontmoeten ze een oude man. 'Jullie zijn slimme kinderen,' zegt hij. 'En slimme kinderen zijn welkom. Noortje en Tjeerd zijn al een poosje bij ons en hebben het erg naar hun zin.'Het leven in De Bron lijkt fantastisch. Er zijn geen volwassenen en de kinderen mogen doen wat ze willen. Tot ze gaan beseffen dat ze gevangen zijn.