Maskers en Dansers in de Ivoorkust - Frans M. Olbrechts

€ 9,50
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,08
520depuis 30 nov.. '23, 22:22
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatUtilisé
ThèmeAutres sujets/thèmes
Année (orig.)1940
AuteurFrans M. Olbrechts

Description

Maskers en Dansers in de Ivoorkust
Softcover
1940
Davidsfonds
183 pagina's
Mooie staat

Door Frans M. Olbrechts

De Vlaamse wetenschapper Frans Maria Olbrechts heeft in België en daarbuiten een diepgaande en blijvende invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van zowel de antropologie als de studie van de Afrikaanse kunst. Zijn vernieuwende combinatie van antropologie en kunstwetenschap maakt van hem een vroege voorloper van het huidige cross-culturele onderzoek en van World Art Studies.

Als gevolg van zijn benoeming in het Brusselse museum spitst Olbrechts zich ook meer en meer toe op de studie van Afrika. Een in opdracht van het Jubelpark uitgevoerde verkennings- en verzameltocht door West-Afrika in 1933 zal deze nieuwe interesse bezegelen. Olbrechts brengt een 1800-tal voorwerpen uit Senegal, Soedan en Ivoorkust naar Brussel terug. Het verslag van die eerste Afrikareis is te lezen in Het roode land der zwarte kariatieden, in 1935 uitgegeven door het Davidsfonds.
Benoeming aan de Gentse universiteit Olbrechts’ groeiende bedrijvigheid als docent is eveneens te situeren in de jaren 1930.

Naast occasionele lessenreeksen over etnologie en “primitieve kunst”, voert Olbrechts in 1932 de studie van de primitieve kunst in aan de Universiteit Gent onder de naam de Kunst der primitieve en half-beschaafde volkeren. Van meet af aan predikt hij een holistische benadering, waarbij antropologische en kunstwetenschappelijke inzichten worden gecombineerd om tot een alomvattend begrip te komen van het (niet-Westerse) kunstwerk. Wanneer hij in 1935 voltijds benoemd wordt aan de Universiteit Gent, zegt hij zijn Brusselse museumambt voorgoed op. Tijdens het academiejaar 1936–37 is Olbrechts opnieuw actief in de Verenigde Staten als gasthoogleraar aan de Columbia University.

Terug in België, sticht Olbrechts in 1939 te Gent een “Centrum voor de Studie der Afrikaansche Kunst”. In de context van de taken van het nieuwe studiecentrum benadrukt Olbrechts het belang van de chronologische en holistische studie van de Afrikaanse kunst en de erkenning van de rol van de individuele kunstenaar in het scheppingsproces om er betekenis aan te kunnen geven. Hij wil deze kunst niet als exotische 'niet-westerse' kunst onderzoeken, maar als volwaardige kunst, gemaakt door een individu, in een sociale en historische context, met een universele waarde. De opleiding aan het HIKO is zo, ondanks de benaming 'primitieve' kunst tot 1971, uniek en vernieuwend in Europa.

Door chronologieën te reconstrueren plaatst het 'etnische kunst' op gelijke voet met de westerse traditie. In combinatie met de Etnografische Verzamelingen beschikt het onderwijs bovendien over zeer rijk leermateriaal. In België wordt Olbrechts' combinatie van etnografie, antropologie en kunstwetenschappen later overgenomen aan de KUL en UCL door zijn voormalige student Albert Maesen, aan de ULB door zijn medewerkster aan het KMMA, Marie-Louise Bastin.

Aanleiding tot de oprichting van het centrum aan de Universiteit Gent is de monumentale Kongo-kunst-tentoonstelling – met om en bij 1750 catalogusnummers – die Olbrechts in 1937 in samenwerking met het stadsbestuur van Antwerpen op het getouw zet. Deze baanbrekende expositie, die gedurende amper drie weken, van 24 december 1937 tot 16 januari 1938, in de Antwerpse Stadsfeestzaal op de Meir loopt, bestaat uit drie afdelingen.

Met zijn 1525 voorwerpen, in de eerste plaats ontleend aan tal van privéverzamelingen die Antwerpen rijk was, vormt de afdeling “Kunst in Kongo” het hart van de tentoonstelling. De bescheiden begeleidende catalogus zou als basis dienen voor Olbrechts’ magnum opus in de kunstwetenschap over Afrika: het boek Plastiek van Kongo dat, hoewel voltooid in 1939, pas na afloop van WO II, in 1946, gepubliceerd wordt door de Standaard-Boekhandel.

Promotor van het antropologische veldwerkHet success van de tentoonstelling leidt tot nog een ander historisch gebeuren: de zogeheten Ivoorkust-expeditie die van november 1938 tot september 1939 loopt en mede tot stand komt dankzij de vrijgevige steun van een aantal Antwerpse mecenassen, onder wie enkele van de bruikleengevers van de Kongo-kunst-tentoonstelling. Berustend op een samenwerkingsakkoord tussen de Universiteit Gent en het Vleeshuismuseum te Antwerpen, voeren twee van Olbrechts’ studenten, Pieter Jan Vandenhoute en Albert Maesen, onder de leiding van hun mentor een op kunst toegespitst onderzoeksproject door bij twee volken in Ivoorkust: de Dan en de Senufo. Olbrechts keert in januari 1939 tevreden terug met 600 verzamelde voorwerpen.

De uit dit in situ onderzoek voortvloeiende verhandelingen die Vandenhoute en Maesen respectievelijk in 1945 en 1946 aan de Universiteit Gent voorleggen, zijn de eerste op veldwerk gebaseerde doctorsproefschriften over Afrikaanse kunst ter wereld. In Maskers en dansers in de Ivoorkust, een boek dat in 1940 verschijnt bij het Davidsfonds, brengt Olbrechts een persoonlijk verslag uit over de onderneming. De meeste van de tijdens deze tocht ingezamelde kunstwerken en etnografica bevinden zich thans in de verzamelingen van de stad Antwerpen en van de Universiteit Gent. De Etnografische Verzamelingen van de UGent bewaren 275 voorwerpen van de expeditie.


COMBINATIETIP: Weg uit Congo
Kongo

Bij vragen contacteer mij gerust.

Bekijk ook andere aanbiedingen om te besparen in verzendkosten.
Verzendkosten zijn voor de koper.
Mogelijk via Relay Mondial - de Post - Post NL
Afhalen is mogelijk te Boekhoute, Oostende, Zedelgem, Maldegem of Gent.
Verzending naar Nederland mogelijk!
Numéro de l'annonce: m2053099182