L' oeuvre pictural de Francine Somers.

€ 6,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,70
431depuis 31 mai. '22, 17:30
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatUtilisé
ThèmePeinture et dessin
Année (orig.)2011
AuteurMassant

Description

L' oeuvre pictural de Francine Somers. Alexia Massant, 2011. Francine Somers werd geboren te Gent op 2 maart 1923. Haar vader was edelsmid, juwelier, graveur en horlogemaker aan de Dampoortstraat. Hij leerde haar al zeer vroeg tekenen en de Gentse straten vormden de gedroomde setting voor de artieste in wording, die als kind de stad rondzwierf als schetsend. Ze was pas zeven toen haar uitzonderlijke begaafdheid in het tekenen opgemerkt werd door Jules De Bruycker, die prompt haar tekeningen tentoon stelde in het gemeentehuis van Ledeberg.
Dankzij haar talent voor tekenen mocht ze zich als dertienjarige, vroeger dan andere leerlingen, inschrijven aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten. Ze zou de lessen van de Gentse Academie volgen van 1936 tot 1943. Jos Verdegem was haar leraar levend Model, Stilleven, Etstechnieken en Schetsen. Ze volgde eveneens lessen bij Oscar Coddron en Beatrice Colpaert en volgde tijdens de oorlogzomers de klas ‘Plein Air’ schilderen bij Victor De Budt. Haar medestudenten waren onder andere Camille D’Havé en Geo Vindevogel. Ze studeerde af met twee onderscheidingen: de eerste prijs van de Academie (gouden medaille) en de prijs “Jean Delvin”. De deelname aan de Godecharle prijs in 1943 leverde Francine Somers een tweede plaats op. Ze behaalde in 1948 de fameuze “Prix Jeanne Pipyn” voor de meest beloftevolle jonge kunstenaar. Ze onderhield goede contacten met Maurice Dupuis, Lucie Jacquart, Cécile Cauterman en Victor Stuyvaert. De contacten met Marcel Hoste waren eveneens zeer hartelijk en we kunnen zelfs spreken van een wederzijdse beïnvloeding. Gedurende de oorlog, die begon toen Francine 17 was, maakte de artieste ontelbare schetsen van het leven en de oorlogsellende in Gent. Door het maken van tekeningen naar gebeurtenissen op straat, leerde Somers op een snelle en gebalde manier een figuur of tafereel vast te leggen. Het tekenen van dergelijke ‘snapshots’ zou een constante blijven in haar oeuvre. In 1943 trouwde Francine met Pierre Tytgat, zij kregen twee kinderen, Marinette en Charles. Het moederschap en de kinderen transformeerden haar werk. De sombere taferelen en kleuren van de oorlog weken voor een kleurrijker palet en haar kinderen figureerden vaak als model voor tekeningen en schilderijen. Overal nam ze haar reisezel of schetsboek mee, sommige studies werden uitgewerkt tot grote werken. De zomers bracht de familie door in Deurle aan de Leie, waar ze genoten van de natuur en de rust en waar Francine de gelegenheid nam om veel te schilderen. Ze schilderde zowel de natuur, haar kinderen, als stillevens met bloemen, fruit en mooie voorwerpen. In 1951 vertrok Francine met haar man naar toenmalig Belgisch Congo. Ze woonde met haar familie aan de rand van het Kivu meer in Goma, vlakbij Rwanda. Het volle licht van Afrika bracht Francine Somers een andere visie op kleur en vorm en dit resulteerde al snel in werken die geritmeerd worden door vlakken en golvende lijnen, uitgewerkt in schitterende kleuren, Ze schilderde er tal van Afrikaanse taferelen. Haar Afrikaanse periode zou culmineren in een muurschildering van 21 vierkante meter en een basreliëf voor het Paviljoen van Congo op de Expo ’58. Nog tijdens haar verblijf in Afrika werd Francines interesse gewekt voor de medaille kunst en sculptuur. Eens terug in België begon ze de geschiedenis van de medaille kunst te bestuderen en besloot ze zich de techniek eigen te maken. Ze ging sculptuur studeren aan de Academie van Leuven bij Oscar De Clerck, vann 1956 tot 1958. In 1960 voltooide ze haar opleiding beeldhouwkunst aan de Academie van Etterbeek. Dit zou een tweede fase in haar werk inluiden, waarin de kunstenaar zich toelegde op het maken van kleinplastiek en meer specifiek op het ontwerpen van medailles, penningen en munten. In 1967 ontving Francine Somers de toelating van directeur Huysmans van De Munt om de repetities van het Ballet van de XXste eeuw van Maurice Béjart bij te wonen, om te kunnen schetsen. Gedurende uren registreerde ze houdingen en dansbewegingen met als resultaat tientallen uitgewerkte tekeningen. Uiteindelijk zou ze eveneens een ‘dansmedaille’ realiseren, met het portret van Béjart en een voorstelling die ‘schoonheid, harmonie, menselijkheid doorheen de dans’ symboliseert. Verder ontving ze verschillende opdrachten voor het ontwerpen van herdenkingsmedailles.
Vanaf ongeveer het einde van de jaren ’50 en doorheen de jaren ’60 ontwierp Francine Somers een aantal affiches voor de Koloniale, vanaf 1962 Nationale, Loterij van België. Francine Somers werd steeds opnieuw aangetrokken tot Parijs. Zowel voor als na haar tijd te Congo dwaalde de kunstenares door de straten van de lichtstad op zoek naar onderwerpen. In de tweede helft van de jaren zestig verbleef Somers opnieuw in Parijs en woonde ze een tijdje in de Cité Internationale des Arts, waar ze in contact kwam met tal van jonge kunstenaars en waar haar werk de confrontatie aanging met de nieuwe kunststromingen. Francine Somers bleef echter trouw aan haar eigen stijl en manier van schilderen. In haar Parijse werken komen we op de plaatsen waar de kunstenares zelf graag vertoefde: in parken, bij de ‘bouquinistes’ aan de kaaien, in typische bistro’s en op zonverlichte terrasjes. De beelden die de kunstenares vastlegde, verschijnen nu als trefzekere tijdsbeelden van het Parijs van de jaren ’60 en ’70, als getuigen van het aanvoelen van de tijdgeest. Formaat 21 x 30/92 blz/in goede staat.
Numéro de l'annonce: m1848429411